Publicaties
Categorieën
- In het nieuws (9)
- Boeken (4)
- Vakbladen (7)
- Overige (6)
De stap van echtscheidingsmediation naar mediation in het familiebedrijf (2005, Dutch)
Het werkgebied van de VFAS - scheidingsbemiddelaar breidt zich voortdurend uit.
Was het begin jaren 90 nog ongewoon om kinderen te horen te in een bemiddeling; heden ten dage is dat usance voor een deel van de VFAS bemiddelaars.
Voortdurend dienen zich nieuwe inzichten en ontwikkelingen aan. lees meer...
Gepubliceerd in de vFAS nieuwsbrief januari 2005
VFAS scheidingsbemiddeling en Familiebedrijven
Door mr Annette M van Riemsdijk
Veel van de cliënten die zich aandienen bij de VFAS – bemiddelaar zijn ondernemer (s).Een deel van deze ondernemers hebben een onderneming waarin andere familieleden eveneens een belangrijke rol spelen. Deze ondernemingen maken deel uit van het fenomeen familiebedrijven.
Ik kwalificeer een onderneming als een familiebedrijf indien de bedrijfsvoering in belangrijke mate wordt beïnvloed door een familierelatie, waar ik ook een huwelijk onder versta.
Een veel voorkomend fenomeen. Onderzoek heeft aangetoond dat bijna de helft van de top 5000 bedrijven in Nederland een familiebedrijf is, terwijl in het MKB dit percentage kan oplopen tot 90%.[1]
In toenemende mate realiseren ondernemers en ondernemingen zich dat een deel van hun bedrijfsmatige problemen veroorzaakt wordt door conflicten binnen de familiaire verhoudingen, en breiden zij hun team van adviseurs uit met de VFAS bemiddelaar.[2] Voor en door de scheiding ontstaat er nogal eens een problematische, vaak urgente, soms crisisachtige situatie in het bedrijf ontstaan met onzekerheid over de toekomst als gevolg.
Die cliënten willen ook deze problemen aan tafel bij de bemiddelaar aan pakken
Wil de VFAS bemiddelaar dat ook en zo ja kan hij/zij het ook?
De redactie heeft mij gevraagd hierover met u van gedachten te wisselen.
Twee vragen werden aan mij gesteld:
1.
’Is het zinvol dat een VFAS - bemiddelaar partijen helpt ook de gevolgen van de scheiding in een andere context te regelen dan in beginsel uitsluitend de (veranderende) ‘thuissituatie’?’
2.
Kan een VFAS – bemiddelaar deze problematiek hanteren?
De relatie echtscheiding en familiebedrijf: een paar voorbeelden
Alvorens bovenstaande vragen te beantwoorden leg ik u, in willekeurige volgorde, wat opvallende bevindingen uit mijn praktijk voor.
Kenmerkend voor de partner van de directeur van een dergelijk bedrijf is dat hij of zij vaak meewerkt in het bedrijf. Daarnaast vervult de partner vaak de rol van ‘sparringpartner’ of anders gezegd raadgever en vertrouweling. De zakelijke gelijkheid tussen de echtgenoten verschilt per bedrijf.
Hoe gelijkwaardiger de zakelijke posities zijn hoe groter de kans op opsplitsing van het bedrijf.
Veelal denkt men bij het bijstaan van familiebedrijven alleen aan opvolgingsproblematiek.
De problematiek is echter veel breder[3] .
Ik noem een paar facetten: strategische planning na heroriëntatie op de ‘nieuwe’ situatie, (her)financiering, bestuur en arbeidsconflicten
Huwelijken als ook de ontbinding daarvan doen een appel op familiewaarden. Familiewaarden en bedrijfswaarden conflicteren niet zelden.
Echtscheidingen en met name de financiële gevolgen daarvan (verdeling en afwikkeling van het vermogen; pensioenverevening en last but not least alimentatie)doen niet zelden een bedrijfsconflict ontstaan.
Echtscheidingen leiden ook tot andere complicaties zoals bijvoorbeeld onrust onder het personeel onder meer door loyaliteitsconflicten. Het enthousiasme van de familie zorgt vaak voor extra betrokkenheid en loyaliteit bij het personeel. Niet zelden hebben personeelsleden het gevoel dat ze deel uitmaken van dezelfde familie. De gelijkenis met de positie van kinderen in een echtscheidingsprocedure ligt voor de hand.
Een kenmerk van familiebedrijven is dat zij veelal gericht zijn op de lange termijn en een stabiele zo niet statische bedrijfscultuur hebben. Een echtscheiding kan een noodzakelijke verandering van het beleid betekenen en veel weerstand oproepen. Een voorbeeld: in familiebedrijven gaat het financiële belang van de onderneming vaak boven het individuele financiële belang. Geld uit de zaak halen is een zonde. De alimentatiegerechtigde of diegene die een vordering uit onderbedeling wil innen wordt om die reden vaak verguisd.
Werkwijze
Op het eerste oog speelt een echtscheidingsbemiddeling zich af tussen twee personen.[4]en binnen één systeem. Omdat het bedrijfsbelang en het familiebelang veelal verschillen, werkt de bemiddelaar met twee systemen. Dat maakt een wezenlijk verschil
Ook juridisch is er extra alertie geboden.
In de inventarisatie fase dient de VFAS bemiddelaar zich te vergewissen of partijen bevoegd zijn het bedrijf te vertegenwoordigen.
In de afhechtingsfase dient de VFAS bemiddelaar zich onder meer te realiseren dat convenanten derden in beginsel niet binden en te onderzoeken of er nadere overeenkomsten dienen te komen tussen bijvoorbeeld de rechtspersoonlijkheid bezittende onderneming en (één) van de echtelieden.
De VFAS bemiddelaar reageert traditioneel op het familiesysteem tussen de twee echtgenoten en hun kinderen en is daarmee intern georiënteerd. Een VFAS bemiddelaar die te maken krijgt met een ‘derde-interventie’ zijnde het familiebedrijf doet er goed aan het bedrijfssysteem zelfstandig te analyseren en naast het familiesysteem te plaatsen. Dit is in het begin een lastige stap. De VFAS bemiddelaar dient zich dan immers meer extern te oriënteren dan hij of zij gewend is en buiten de grenzen van het gewone familierecht te treden.
Als de kenmerken van de relaties tussen individuen in elk van de systemen gedefinieerd zijn is een belangrijke stap gezet. Vervolgens kan ingegaan worden op de onderlinge afhankelijkheid van de systemen.
Wat is schadelijker: de invloed van het bedrijfssysteem op het familieleven of omgekeerd?
De VFAS bemiddelaar helpt de echtgenoten bij het herkennen en analyseren van (het verschil tussen de) bedrijfs-en familieproblemen en deze aan te pakken. Nadat de inventarisatie compleet is,helpt de VFAS bemiddelaar bij het vinden van opties waarna terzake onderhandeld kan worden.Komen de partijen tot een regeling dan legt de VFASbemiddelaar dat vast.
Mijn ervaring is dat bovenstaande werkwijze vaak constructief ‘uitpakt’.Natuurlijk moet de VFAS bemiddelaar creatief en flexibel blijven in zijn aanpak:ieder familiebedrijf heeft zijn eigen trots en moraal
Ad 1
’Is het zinvol dat een VFAS - bemiddelaar partijen helpt ook de gevolgen van de scheiding in een andere context te regelen dan in beginsel uitsluitend de (veranderende) ‘thuissituatie’?’
Een mediator kan een toegevoegde waarde hebben bij iedere situatie waarbij er conflict tussen het bedrijfsbelang en het belang van de familie bestaat.
Net zo goed als bijvoorbeeld een gezamenlijk ouderlijk gezag na scheiding leidt tot een andere overlegstructuur over het gezag dan tijdens het huwelijk het geval was, geldt dit ook voor een onderneming waarbinnen de twee ex echtgenoten voor de scheiding direct of indirect een rol speelden.
De VFAS bemiddelaar ambieert veelal de gevolgen van een scheiding zo volledig mogelijk te regelen. Dientengevolge dienen bij deze regeling de gevolgen voor het (familie)bedrijf meegenomen te worden. In mijn visie doet de bemiddelaar er in voorkomende gevallen goed aan onderwerpen als herontwikkeling, teruglopende resultaten, disfunctioneren van onderdelen van de organisatie , zonodig aanpassen van de strategie of het beleid en een nieuwe besluitvormingstructuur op de agenda van te zetten.
AD 2.
Kan een VFAS – bemiddelaar deze problematiek hanteren?
De systeemtherapeutische kennis en de beroepsattitude aan de vaardigheden kant en de juridische en financiële/fiscale kennis van de ervaren VFAS bemiddelaar vormen een goede basis voor de VFAS – bemiddelaar partijen te helpen ook deze gevolgen van de scheiding te regelen.
De omgang tussen en met de clienten en hun adviseurs en het gezag wat zij de VFAS bemiddelaar geven staat hierbij centraal.
De ene VFAS bemiddelaar kiest kort gezegd voor faciliterend bemiddelen de andere voor evaluatieve bemiddeling.[5]
Met name VFAS bemiddelaars die vooral werken met de methode als vanaf 1990 aan de VFAS aangeboden door de heer D.H.D MacGillavry zullen faciliterend werken.
Voor een VFAS bemiddelaar die faciliterend werkt zal de drempel zich met het bedrijf bezig te houden wat lager liggen dan de evaluatief werkende bemiddelaar; dit vanuit de gedachte dat eenmaal geleerde mediationtechnieken universeel toepasbaar zijn .
De evaluatief werkende VFAS bemiddelaar vindt in de regel dat een VFASbemiddelaar iets meer moet ‘hebben’ dan mediationtecnnieken alleen.
De evaluatief werkende bemiddelaar zal zich eerder zorgen maken of hij over voldoende materiedeskundigheid beschikt.
Anders gezegd: hoe meer kennis de VFAS bemiddelaar gewend is in te brengen in de mediation hoe hoger de drempel zal zijn, het werkterrein uit te breiden.
De bemiddelaar die doorgaans evaluatief werkt zou kunnen overwegen in zijn eerste ‘familiebedrijven’zaken meer faciliterend te werken en deskundigen aan te trekken.Iets wat hem of haar doorgaans zelfverzekerder zal maken en daardoor mogelijk succesvoller.
Ervaring op dit werkterrein en nadere studie en scholing kan de VFAS bemiddelaar een fijn afgestemd gevoel geven over wat werkt en wat niet werkt. Expliciete en impliciete kennis en knowhow vermengen zich. Dit proces maakt dat de VFAS bemiddelaar, op enig moment op een evenwichtige en effectieve manier gebruik kan maken van enerzijds intuïtie en gevoel en anderzijds kennis en ratio.
VFAS bemiddelaars zijn, wat mij betreft in zijn algemeenheid in basis uitermate gekwalificeerd en zullen snel in staat zijn de specifieke dynamiek van het familiebedrijf te analyseren en de problemen die dit met zich mee brengt te herkennen.
Een ‘asset’ in deze is dat de VFAS bemiddelaar een getraind oog heeft voor de gemeenschappelijke belangen van partijen.
Wanneer VFAS - bemiddelaars hun werkgebied uitbreiden met familiebedrijven,zullen zij zonder bijscholing en/of samenwerking met gespecialiseerde bedrijfskundigen,niet terstond zonder meer gekwalificeerd zijn om met alle bedrijfsmatige problemen om te gaan.
Dit hoeft echter geen beletsel te zijn om aan de slag te gaan.
In het slechtste geval zal de cliënt geen voordeel, maar ook geen nadeel ondervinden van de interventie van de VFAS bemiddelaar. In de praktijk heb ik dit ‘worst case scenario’ nooit meegemaakt.Het inzicht wat de bemiddelaar en partijen hebben verkregen door de bedrijfsaspecten op de agenda te zetten had in al mijn zaken een zeer positief effect
Bilthoven,januari 2005
© Van Riemsdijk Advocatuur & Mediation
[1] Zie dr.A.Heijn in ‘Handboek van het familiebedrijf’/R.H.Flören, E.J.Wijers ISBN 90 73314348
[2] Mede dankzij mijn samenwerking met De Vries Haselhoff, strategie- en bestuursadviseurs vond in mijn familiepraktijk deze ontwikkeling plaats.
[3] In de context van dit artikel kan ik hier niet verder op ingaan.Ik verwijs naar de tekst die onderdeel uitmaakt van een door het IMFO in 2005 te organiseren workshop over dit onderwerp.
[4] Zie echter over de betrekkelijkheid hiervan mijn bijdrage voor de VFAS nascholingsdagen in november 2002 en maart 2003.Zie voor een korte beschrijving van het exogram p. 117 van het boek’Kind in bemiddeling’ van Cees van Leuven en Annelies Hendriks.
[5] Slechts omwille van de duidelijkheid chargeer ik enigszins,door alle ‘tussenvormen’ hier weg te laten..